Wat speelde er?
Waterschap De Dommel heeft jarenlang geprobeerd gronden beschikbaar te krijgen voor de uitvoering van een beekherstelproject. Het project was nodig om doelen van zowel Kaderrichtlijn Water (KRW) als Natuurnetwerk Brabant (NNB) integraal te kunnen realiseren.
Een groot deel van de noodzakelijke gronden was eigendom van één melkveehouder. Hij was bereid medewerking te verlenen aan de plannen van het waterschap, maar alleen als hij zijn bedrijf zou kunnen voortzetten op een locatie met een duurzaam toekomstperspectief. De verplaatsing van een melkveebedrijf vraagt echter forse investeringen. Die kosten komen bij vrijwillige grondverwerving niet voor vergoeding in aanmerking én een verplaatsingsregeling was/is niet beschikbaar. Uiteindelijk bleek VSS/Onteigening (volledige schadeloosstelling met onteigening als sluitstuk) de beste oplossing
Waar liepen we tegenaan?
Het is uiteindelijk gelukt om het probleem op te lossen, maar eenvoudig was het niet.
Het waterschap en de provincie hadden bij aanvang niet hetzelfde beeld van het belang om alle ontbrekende percelen beschikbaar te krijgen. Bovendien waren er twijfels of deze casus wel voldeed aan de beleidsuitgangspunten van provincie Noord-Brabant, waarin is bepaald wanneer het instrument volledige schadeloosstelling/onteigening kan worden ingezet. Volledige schadeloosstelling en onteigening was tot dan alleen voorbehouden aan hele gebieden (via een zogenaamd grondstrategieplan) en nog niet voor een specifiek kleiner projectgebied.
Lange tijd was onduidelijk waar de verantwoordelijkheid en de bevoegdheid lag om, voor deze specifieke casus, dit instrument in te zetten. Lag die bij de provincie of bij het waterschap? Bovendien was én is onteigening een politiek gevoelig onderwerp. Ook dat zorgde voor terughoudendheid om dit instrument verder uit werken.
Om in deze casus de voor beekherstel en natuurontwikkeling nog ontbrekende grond beschikbaar te krijgen heeft Gedeputeerde Staten in het voorjaar van 2024 besloten om voor dit project het instrument volledige schadeloosstelling/onteigening in te zetten. Op grond daarvan kan in een minnelijk traject van verwerving een vergoeding op basis van volledige schadeloosstelling worden toegekend. Mede daardoor kan verplaatsing van het melkveebedrijf naar een locatie met een meer duurzaam toekomstperspectief financieel haalbaar worden. Pas als blijkt dat ook dit minnelijke traject onverhoopt niet slaagt, volgt daarna het dwingende spoor van onteigening als sluitstuk. De percelen komen dan alsnog beschikbaar voor het realiseren van de water- en natuurdoelen, op voorwaarde dat nut, noodzaak en urgentie voor deze onteigening worden aangetoond
Hoe is deze casus aangepakt?
- Een terugblik bij aanvang
Onderzocht is wat de belemmerende factoren waren van de tot dan toe gehanteerde aanpak én wat nodig was om wél succesvol de gronden beschikbaar te krijgen voor doelrealisatie.
Uit deze analyse kwam naar voren dat volledige schadeloosstelling/onteigening de meest realistische optie was om het melkveebedrijf te kunnen verplaatsen. Duidelijk werd ook dat, op grond van de Nota Grondbeleid van provincie Noord-Brabant, dit instrument alleen beschikbaar was om Natura2000-doelen te bereiken.
- De vooruitblik
Om draagvlak te krijgen voor de inzet van volledige schadeloosstelling/onteigening zijn vervolgens de doelen en belangen van de samenwerkende organisaties in deze doorbraakcasus (waterschap De Dommel en provincie Noord-Brabant) in beeld gebracht. Het leverde uiteindelijk een gedeeld urgentiegevoel en ambitieniveau op.
Uit een nadere analyse van de ecologische en hydrologische impact bleek dat het beekherstelproject van groot belang is voor het herstel en de instandhouding van Natura2000-doelen. Uit de Natuurdoelanalyse (NDA) werd bovendien duidelijk dat de voorziene en al getroffen maatregelen onvoldoende waren en dat aanvullende maatregelen, gericht op volledig hydrologisch en ecologisch systeemherstel, noodzakelijk waren. De passende aanvullende maatregelen zijn daarna gezamenlijk uitgewerkt.
Bovendien is bepaald bij wie de verantwoordelijkheid voor de diverse opgaven ligt en wie op basis daarvan het bevoegd gezag is voor de inzet van het instrument ‘volledige schadeloosstelling/onteigening’. De conclusie was dat die verantwoordelijkheid ligt bij Gedeputeerde Staten. Ten tijde van deze casus waren de waterschappen (nog) enkel onteigeningsbevoegd voor de verwerving van de percelen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van KRW-maatregelen, maar niet voor het verwerven van percelen die, als gevolg van deze werkzaamheden, te nat zouden worden voor regulier agrarisch gebruik. In deze casus bleek de grondverwerving vooral nodig voor het bereiken van natuurdoelen, waarvoor vernatting als gevolg van beekherstel juist een vereiste is. Sinds de invoering van de Omgevingswet is de bevoegdheid van waterschappen op dit punt enigszins gewijzigd. Dit maakt dat bij een volgende casus er ook een andere conclusie mogelijk is over wie bevoegd gezag is.
De betrokken agrarische ondernemer is voortdurend geïnformeerd over de voortgang van de doorbraakcasus. Daarnaast zijn bij alle betrokkenen de feiten over grondverwerving op basis van volledige schadeloosstelling/onteigening goed voor het voetlicht gebracht.
Wat zijn de leerpunten van deze doorbraakcasus?
- Stel het doel altijd voorop: wat is nodig om, binnen de gestelde termijn, water- en natuurdoelen te realiseren?;
- Werk uit wat precies het probleem is en beschrijf het belang van het gezamenlijk te bereiken doel;
- Blijf volhouden en vraag door. Neem geen genoegen met ”het kan niet”, maar blijf zoeken naar mogelijkheden en aanknopingspunten voor “hoe het wél kan”. Blijf betrokkenen uitdagen om kansen te vinden en maak van het gezamenlijke doel de belangrijkste prioriteit;
- Heb steeds oog voor hoe je draagvlak krijgt én houdt voor besluiten die moeten worden genomen. Stuur aan op schriftelijke onderbouwing van feiten, bijvoorbeeld door deskundigen met draagvlak in de organisatie om advies te vragen;
- Zorg voor ‘steunankers’ op hoog managementniveau;
- Vergeet niet om de betrokken agrarisch ondernemer goed aangehaakt te houden. Het resultaat is pas een echte ‘win-win’ als de grondverwerving via een minnelijk traject kan worden afgerond en niet hoeft te eindigen in onteigening;
- Durf gebaande paden en reguliere werkwijzen los te laten. Maak gebruik van de kracht van de gelaagde aanpak (ambtelijk/management/bestuurlijk);
- Er bestaan zowel ambtelijk als bestuurlijk veel onjuiste beelden over volledige schadeloosstelling en onteigening, die de inzet van dit instrument nodeloos in de weg staan. Zorg dus voor goede informatie én veronderstel niet dat dit bij iedereen bekend is.
Flyer onteigening bij verplaatsing van een bedrijf
Vragen, suggesties of opmerkingen?
Neem via mail contact op met de trekker van deze doorbraakcasus:
Mary Fiers (Groen Ontwikkelfonds Brabant), via mfiers@brabant.nl