Marloes Herms
projectleider Gebiedsontwikkeling en Omgevingsmanagement bij Koninklijke Smals bv
“Ik las in de nieuwsbrief van Groen Ontwikkelfonds Brabant over de beweging #ikroeimee. Wat me vooral nieuwsgierig maakte was het thema ‘vergunningsverlamming’. Voor veel partijen is dat een actueel vraagstuk. Ook voor Smals.
Het frustreert enorm dat we dat vaak zo lang moeten wachten, met name op de waterschappen, provincies en gemeenten. Anderzijds, ik heb ook aan de andere kant van de tafel gezeten (Marloes Herms was eerder werkzaam bij een aantal gemeenten in Noord-Oost Brabant en voor De Maashorst, een Landschap van Allure – red.), dus ik weet ook dat gebiedsontwikkeling gepaard gaat met formele trajecten die de nodige tijd kosten. De vraag is echter wel of het per se altijd lang moet duren en of je niet sneller stappen kunt zetten om iets voor elkaar te krijgen.
Projecten zijn gebaat bij meer voortvarendheid. Daarbij helpt het als je beter begrijpt waar de ander mee bezig is. Dat geldt voor mijn collega’s die vaak een commerciële achtergrond hebben en daarom soms ongeduldig kunnen zijn. Maar dat geldt ook voor bestuurders en ambtenaren van gemeenten en de provincie. Daar zou meer begrip mogen bestaan voor onze positie én voor het feit dat er veel geld omgaat in de ontwikkelingen waar wij bij betrokken zijn. Dan kun je als ambtenaar wel een toetsende houding willen aannemen en concluderen dat een plan niet helemaal past bij de voorwaarden van de vergunning, maar dát weten we vaak zelf ook wel. Het is veel interessanter om met elkaar door te praten over wat dan wél kan.
Het zou goed zijn om af en toe -bijna letterlijk- een plaatswissel toe te passen. Dat je voor even op de stoel van de ander gaat zitten en je gedwongen wordt om het vraagstuk te bekijken vanuit het perspectief van de ander. Het zou niet alleen moeten gaan om de vraag of iets past binnen de procedures, je moet ook andere belangen laten meewegen. Dat doen wij ook. Natuurlijk hebben wij een eigenbelang bij de projecten die wij willen uitvoeren, maar wij beseffen ook dat we rekening moeten houden met andere belangen – en ons de vraag moeten stellen hoe we die bij elkaar kunnen brengen.
Het viel me op dat op de deelnemerslijst van de bijeenkomst van #ikroeimee van 8 oktober vooral veel vertegenwoordigers van overheden en natuur- en terreinbeherende organisaties stonden. Het zou goed zijn als ook meer commerciële organisaties bij #ikroeimee aansluiten. Het kan helpen om in de toekomst casussen vanuit een nog breder perspectief te bekijken. Ik ga zeker in de komende tijd commerciële bedrijven, met wie wij samenwerken, proberen te enthousiasmeren ook aan te sluiten bij de #ikroeimee-beweging.”